Lekkerkerk wordt al in 1260 genoemd onder de naam Leckelant (het land aan de Lek). Dit is de eerste naam van het dorp. Het maakte deel uit van de Heerlijkheid van de Lek. Deze Heren beheerden een groter gebied. Het kasteel stond waarschijnlijk tussen Streefkerk en Nieuw-Lekkerland. De naam Leckelant is later veranderd in Out Leckelant. Nadat er in de dorpskern een kerk was gebouwd, werd de naam Leckerkerke. Hieruit is later de naam Lekkerkerk ontstaan.

Kerk

De kerk heeft altijd de aandacht getrokken. De kerk is in 1575 door de Spanjaarden verwoest. Alleen het middenschip was na 40 jaar herbouwd. De huidige kerk dateert deels uit die tijd en is van 1980 tot 1982 gerestaureerd.

Joodse gemeenschap

In de 19e eeuw heeft een Joodse gemeenschap in Lekkerkerk gewoond. De Joodse begraafplaats aan de Kerkweg, gesticht in 1886, is nog bewaard gebleven.

Stenen muur

De stenen muur langs de Lek is gebouwd in 1760 en heeft het dorp beschermd tegen het water. De waterkering is in de loop der jaren steeds versterkt en verhoogd en geeft het dorp een bijzonder aanzicht. In 1957 is de muur naar de rivier verplaatst voor de aanleg van een stoep langs de Voorstraat.

Veeteelt

Een belangrijk middel van bestaan was de veeteelt. Verschillende monumentale boerderijen herinneren hieraan. In de waard werd vroeger ook veel hennep en vlas verbouwd voor de touwfabricage. De straatnaam Touwbaan herinnert nog aan de Touwslagerij die midden in het dorp zat. Verder was er veel te doen in de scheepsbouw en visserij. Van de oude ambachten is nog steeds de klompenmakerij van de familie Van Zwienen in Schuwacht over. In Schuwacht is ook De Bakkerswaal, een waal (ook wel wiel genoemd) die in 1421 ontstaan is tijdens de St. Elisabethsvloed. Door de eeuwen heen zijn er verschillende dijkdoorbraken geweest die kleine walen hebben achtergelaten aan de binnenkant van de dijk.