We snoeien opgaande struiken van februari tot en met april. Door deze struiken flink terug te snoeien, blijven ze jong. Er ontstaan zo steeds weer frisse scheuten voor een dichtbegroeid plantvak.

Het terugsnoeien van opgaande struiken doen we met de heggenschaar en de kettingzaag. Bij grote oppervlakten wordt soms een trekker ingezet. De snoeiresten ruimen we op en voeren we af.